Veel ruiters zijn gek op de blues. Blauwschimmels zijn zeldzamer dan andere roan kleuringen en dat is juist een van de kenmerken die ze zo gewild maken. Ze vallen goed op in de showring, omdat hun donkergekleurde hoofden en punten levendig contrasteren met hun ongebruikelijke blauwgrijze vacht. Een blauwschimmel ofwel blue roan in een rij bruine, voskleurige en grijze paarden trekt zeker de aandacht. Net als bij andere roans wordt bij blauwschimmels de vacht vaak donkerder in de winter, zodat een roan paard of pony in zomervacht zeker een andere kleur krijgt.
De term blauwschimmel wordt veelal toegepast op bruinschimmels met een donkere onderliggende laag die een blauwachtige tint vertoont. In de strikte zin is 'blauwschimmel' een veelvoorkomend synoniem voor een roan paard met een zwarte basisvacht.
Het roan-gen valt onder de witpatronen, maar er is bij een roan geen sprake van duidelijke witte vlekjes. Bij een roan verschijnen de witte haartjes verspreid over het gehele lichaam.
De blauwachtige vachtkleur van deze blauwbruine paarden betreft een combinatie van zeer donkere, meestal zwarte haren met witte haren. Het hoofd en de punten - manen, staart en onderbenen - van een blauwe roan vertonen de basiskleur en zijn dus altijd donkerder dan het lichaam. Ze zullen zwart zijn bij een blauwe roan met een zwarte basiskleur. Bij verwondingen zal het wondje donker helen in plaats van roan. Blauwe roans komen voor bij paarden en pony's van diverse rassen - van shetlands tot Brabantse trekpaarden - en zijn erg populair bij paardenliefhebbers die van deze ongewone kleur houden.
De mooie en zeldzame Nokota-paarden in Dakota vertonen vaak de prachtige blauwe roan-kleuren, net als vele paarden van het American Indian Horse-ras. Blue roans zijn vaak fijne western- en ranchpaarden met veel uithoudingsvermogen. Onder de mustangs vind je een redelijk hoog percentage blauwe roans, net als bij IJslandse paarden. De bijzondere kleuring wordt ook vaak gevonden bij ponyrassen, waaronder de Newfoundland, Dales en Welsh pony's. Blauwschimmels komen af en toe voor bij connemara's en Shetlands.
Trekpaardenrassen met een blauwe (en andere) roankleurige vacht vind je ook bij de Brabantse en Belgische soorten. Berbers, Spaanse berbers en hun nakomelingen hebben soms ook een blauwe roan-kleur.
De geschiedenis van de Nokota-paarden is nauw verweven met de geschiedenis van de populatie van North Dakota, met name met de tragische figuur Sitting Bull. Zijn paarden zorgden voor een deel van de basisstam voor dit ras, waaraan het bloed van het beroemde renpaard Lexington werd toegevoegd. Nokota-paarden met blauwe roan-kleuren worden vandaag de dag bijzonder gewaardeerd. Zo is een van de beroemdste paarden in de Sikh-cultuur Neela, het blauwe paard van goeroe Gobind Singh. Een leuk weetje is dat de goeroe soms werd geïdentificeerd als 'de ruiter van Neela', in plaats van dat Neela werd geïdentificeerd als zijn paard. De goeroe werd dus 'Neelay ghoray whalla' ofwel 'degene met het blauwe paard'. Deze identificatie van belangrijke mensen door middel van het paard dat ze bereden, is ook een kenmerk van veel overgeleverde verhalen in de islam. Neela's afstammelingen worden verondersteld de hengsten van Nanded te zijn - al zijn het nu grijze paarden in plaats van blauwschimmels - die deelnemen aan het Festival van Holla Mohalla. Hoewel ze met prachtige decoratieve uitrusting deelnemen aan de festivaloptochten berijdt niemand hen. Volgens overlevering is dit uit respect voor hun historie en die van de goeroe. Een prachtig verhaal over Neela vertelt hoe de aanraking van de hoef van het paard een hete oven in een oogwenk op wonderbaarlijke wijze afkoelde, zodat de goeroe daar veilig kon overnachten. Een veel minder waarschijnlijk verhaal wordt verteld over Big Lex, een paard dat blauw zou zijn geworden na het kauwen op de beroemde bluegrass-weiden van Kentucky. Hij zou naar verluidt nu nog rondspoken in dat gebied. Kentucky is het hart van de Amerikaanse volbloedfokkerij en Big Lex suggereert het beroemde Amerikaanse renpaard Lexington. Toch is het hoogst onwaarschijnlijk dat een blauwe volbloed - echt of als spookverschijning - ooit op dat beroemde gras heeft geweid. Dat komt omdat de volbloed een van de rassen is waarin geen roan-kleuring wordt gevonden.