Dekhengsten - Belgisch trekpaard

Oorsprong en geschiedenis van Belgisch trekpaard

Het Belgisch trekpaard kent een rijke geschiedenis die helemaal teruggaat tot de Romeinse tijd. In die geschriften is er al sprake van het Belgisch trekpaard. Het dier heeft verschillende rollen vervuld. Zo was het vooral een werkpaard op het land, in de bosbouw of in de havens. Ook als trekkracht voor de postkoets, koetsen en de paardentram gingen de dieren aan de slag. Later werd het ook ingezet als werkpaard in de oorlog. Vooral in Brabant was dit het geval, waardoor het Belgisch trekpaard ook bekend staat onder de naam Brabants trekpaard of Brabander. Na de industrialisatie van de landbouw waren de paarden een stuk minder nodig en daalde het aantal verkopen van het Belgisch trekpaard. Ook het ras leek uit te sterven. In 1980 waren er nog maar 6000 over. Om het ras te behouden zette een aantal fokkers in België zich in om de populatie weer te vergroten. En met succes. Belgische trekpaarden worden nu vooral gebruikt voor het mennen van wagens, zoals een Jan Plezier huifkar, om mee te fokken en dressuur.

Waar kan Belgisch trekpaard voor worden gebruikt?

Het Belgisch trekpaard kopen doet men voor trekwerkzaamheden. Het is een dier dat zeer graag aan de slag gaat. Het kan met gemak lange wandelingen maken en een zware last voorttrekken. Daarom komt het Belgisch trekpaard verkopen vooral voor aan mensen die het dier voor een wagentje willen spannen. Het is ook zeer goed mogelijk om het dier te berijden. Ideaal voor prachtige tochten in de buitenlucht. De grote, brede hoeven maken het mogelijk om ook duinpaden en heidegebieden met gemak te bewandelen. Omdat het Belgisch trekpaard zeer leergierig is en het leuk vindt aan het werk te zijn, vinden er ook Belgisch trekpaard verkopen plaats voor de dressuursport.

Uiterlijk van Belgisch trekpaard

Het Belgisch trekpaard kopen betekent dat men een groot, robuust paard met een sterk voorkomen koopt. De schofthoogte reikt al snel tot 1.70 meter hoog. Het dier is gebouwd op kracht. De lichaamsbouw is gedrongen en gespierd. In verhouding is het hoofd wat kleiner, maar dat valt nauwelijks op door de sterke, zware, korte nek. De korte, sterke benen hebben grote hoeven, zodat ze veel kracht kunnen zetten op moeilijke ondergronden. Het Belgisch trekpaard heeft dubbele manen en een dikke staart. Sinds 2001 mag deze staart niet meer gecoupeerd worden. De dikke vacht kan de kleur bruin, zwart, vos of schimmel hebben.