Reining of “de dressuur in de westernsport”, is de bekendste van alle western disciplines.
Het is dan eigenlijk ook niet verbazend dat heel veel niet-ruiters vaak denken dat het western rijden en het reining hetzelfde zijn.
De grote bekendheid komt ervan dat reining de snelste discipline in de westernsport is, met veel spectaculaire ritten. Typische figuren zoals Sliding Stop of Spin maken indruk op beginners en op niet-ruiters.
Geschiedenis van de reining
Het woord “Reining” is afgeleid van het Engelse woord voor teugel, “reins”. Sinds de jaren 2000 is reining als enigste western discipline erkend van de Weltreiterverband FEI en zo een component van de wereldruiterspelen.

De oorsprong van reining is terug te vinden in de manier van het rijden tijdens het werk in het westen van Amerika. Voor het dagelijkse werk met het vee was een gehoorzaam paard erg belangrijk voor de Cowboys. Alleen zo was het voor de ruiter mogelijk zich op het vee te concentreren en deze samen met zijn paard te controleren. Die daarvoor gebruikten stoppen en richtingsveranderingen met hoge snelheid hebben zich over de jaren heen tot de bekende manoeuvres ontwikkeld.
Reining werd voor de eerste keer in het jaar 1949 in America van de American Quarter Horse Association (AQHA) als sport erkend. 15 jaar later werd de National Reining Horse Association (NRHA) opgericht.
Zij ontwikkelde standaardregels en manoeuvres, welke andere verenigingen over de hele wereld overgenomen hebben en vaak nog heden geldigheid hebben.
Pattern, Manoeuvres, Hesitates, Penalties? Hoe?
Net als bij wedstrijden of dressuurproeven worden ook bij de reining proefjes gereden. Hier spreekt men van “Pattern”, welke de ruiter uit hun hoofd moeten leren. Een pattern wordt uitsluitend in de galop gereden en bestaat uit verschillende manoeuvres, welke de ruiters in een bepaalde volgorde moeten laten zien. Manoeuvres zijn dus aparte onderdelen van een proef – ertussen zijn, afhankelijk van de pattern meerdere of mindere “Hesitates” ingebouwd. Dit stilstaan tussen de verschillende manoeuvres zou laten zien, dat het paard bewegingsloos en relaxt op een aangewezen punt in de proef kan blijven staan. Penalties zijn de strafpunten, welke een ruiter binnen een pattern kan maken.
Hoe ga ik een pattern lezen?

Een pattern geeft het ook steeds als een “schets” (zie afbeelding rechts). Het ziet er op de eerste moment een beetje confuus uit, maar dat is het eigenlijk niet.
De “Start”-markering bepaald het uitgangspunt en de pijlen wijzen de richting aan in die moet worden gereden. De tekst onder de schets (hier niet te zien) geeft de snelheid aan. Een rollback wordt met een pijl in een halve cirkelvorm gemarkeerd, een stippellijn staat voor een back up en een kleine cirkel voor een spin. Ook hier geven de pijlen de richting van de spin aan.
De verschillende manoeuvres

Cirkel
De cirkel vormt de basis van elke pattern. De mogelijks rond gereden cirkels worden oftewel groot en snel of klein en langzaam gereden. De overstap in de langzame galop en daarmee in een kleinere cirkel wordt alleen over de zit van de ruiter of zijn stem gestuurd. Bij het trainen van de cirkels wordt heel veel waarde op herhaling gelegd. De paarden zijn dan zo getraind, dat zij de cirkel van zelf goed maken.
Spin (Turnaround)
De spin is een 360 graad draaiing op de achterbenen. De achterbenen blijven staan, alleen het buitenachterbeen wordt bij de draaiing mee genomen. Het buitenvoorbeen kruist het voorbeen dat binnen is. De draaiingen worden met een hoge gelijkmatige tempo doorgevoerd. Belangrijk is, dat de ruiter mee gaat tellen omdat het aantal draaiingen in een pattern vastgelegd zijn.
Run-Down/ Run-Around
Run-Downs en Run-Arounds zijn versnellingsfasen gericht op een stop, welke een gelijkmatige en gecontroleerde tempo opbouw in het galop eisen.
Sliding Stop

Uit deze snelle galop gaat het paard stoppen, doordat het zijn achterbenen onder zijn lichaam gaat brengen en daardoor in een glijpositie komt en in deze tot de stilstand blijft – de voorbenen zullen hier los meelopen. Dit betekent ook, dat de vorige run mee geteld wordt in de beoordeling.
Sliding Stops kunnen alleen op bepaalde bodem worden uitgevoerd en de reining paarden krijgen extra “Sliding”- hoefijzers, dat zijn hoefijzers welke bijzonders breed en glad zijn. Daardoor kunnen de achterbenen makkelijk glijden.
Rollback
De rollback is een 180 graad wending op de achterbenen na de stop. Vanuit deze stopbeweging springt het paard in de wending en galoppeert verder. Bij een ideale rollback stapt het paard op de terugweg weer in zijn eigen hoefsporen.
Back Up
Onder de back up verstaat men het achterwaarts bewegen van het paard op een rechte lijn met een mogelijks hoge snelheid van ten minste 3 meter.
Lead Change
Lead Change is bij de reining het wisselen van galop. Deze is in elke pattern steeds bij de middelpunt X. De voor-en achterbenen wisselen ter gelijker tijd de galop en op de beste manier zonder vorige verandering in het tempo.
Beoordeling van een rit
Het regelboek van de WRAN heeft bijvoorbeeld 11 verschillende patterns, welke verschillende moeilijkheidsgraden hebben. Elk pattern bestaat uit 7-8 manoeuvres, waar elk pattern apart wordt beoordeeld. De ruiter start zijn pattern steeds met een puntenrekening van 70 punten. De manoeuvres die de ruiter laat zien worden dan in 1/2- punten stappen van -1 ½ tot + 1 ½ beoordeeld. 0 punten betekend hier een correcte uitvoering zonder moeilijkheidsgraad. Ertoe komen strafpunten, de al genoemden penalties, voor fouten. Uit de som van alle beoordelingen ontstaat dan de totale score.

Alle WRAN patterns eisen het stilstaan aan het eind van een pattern om de jury het einde van de rit aan te geven. Aan het einde van de proef moet de ruiter afstappen en de trens afnemen – zo kan de jury gelijk het bit controleren en beoordelen of het bit was toegelaten. Ook het paard wordt op verwondingen onderzocht. Bij een overtreding wordt men met een “No Score” diskwalificeert.
Last but not least – de outfit bij de reining
“Meer Blingbling is altijd goed” – dat kan bij de recreatie ruiters misschien kloppen, bij de reining is een nette outfit wel gewenst maar blijft het hier toch meer bij een matige outfit. Een overhemd met lange mauwen en kraag, jeans, laarzen en een westernhoed zijn verplicht. Vele dragen nog chaps. Ruiter en paard moeten qua kleur op elkaar afgestemd zijn- idealiter past dus het overhemd bij het blanket, de zadeldeken van het paard.