De gezondheid van je paard is enorm belangrijk. Naast het feit dat je gewoon goed voor het dier wilt zorgen, wil je ook ziektes en torenhoge dierenartskosten voorkomen. Verder is voeding nog belangrijker als je paard een sportpaard is. Wat eten paarden nu eigenlijk en welke voedingsstoffen hebben ze nodig om in goede conditie te blijven?
De spijsvertering van een paard
Paarden hebben een kleine maag, waar de hele dag door maagzuur in aangemaakt wordt. Dat maagzuur moet geneutraliseerd worden om te voorkomen dat het de maagwand aantast met een maagzweer als gevolg. Maagzuur wordt geneutraliseerd door speeksel van het paard. Omdat een paard alleen speeksel aanmaakt als het kauwt, is het belangrijk dat het zoveel mogelijk kan grazen. Van nature is een paard gewend dat het iedere dag 14 tot 16 uur grazen kan. Een paard moet dan ook zeker onbeperkt toegang hebben tot ruwvoer.
Ruwvoer
Het dieet van een paard kan volledig uit ruwvoer bestaan, maar in ieder geval met een minimum van 70 procent van de totale hoeveelheid dagelijkse voeding. Ruwvoer kan bestaan uit bijvoorbeeld gras, hooi of kuil of een combinatie ervan.
Kuilgras
Kuilgras wordt veel gegeven en wordt ook wel voordroogkuil of voordroog genoemd. Kuil is vochtiger dan hooi en bestaat voor ongeveer 60 procent uit droge stof. Kuil is geconserveerd nat gras. Niet alle kuil is geschikt voor paarden. Let er op dat kuil van kortstengelig gras en jong gras niet geschikt zijn voor paarden, vanwege de lage energiewaarde. Heb je een baal aangebroken, is het belangrijk dat deze binnen drie tot vijf dagen wordt opgevoerd aan het paard, om te voorkomen dat het gaat bederven. Schimmelend kuilgras is bijzonder schadelijk voor paarden en kan de darmflora ernstig aantasten. Kuil van goede kwaliteit heeft een beetje een friszure lucht.
Hooi
Hooi heeft ten opzichte van kuilgras een langere houdbaarheid. Het gras wordt gemaaid en de boer laat het gemaaide gras vervolgens vijf tot zeven dagen in de zon op het land drogen. Je kunt het hooi eventueel in een ruif aan het paard aanbieden. Hooi is echter heel stoffig en om te voorkomen dat dit problemen aan de luchtwegen van het paard geeft, is het beter om het hooi gewoon van de grond af te laten eten. Goed hooi is echter vrij van stof. Verder heeft het een groengele kleur, lange stengels en is het uitgebloeid. Goed hooi is laag in eiwitten en hoog in vezels. Het is belangrijk dat hooi tijdens de oogst niet is natgeregend.
Welk ruwvoer is het beste voor het paard?
Over het algemeen geniet het de voorkeur om je paard met ruwvoer in de vorm van hooi te voeren. De kwaliteit van hooi is namelijk veel constanter en makkelijker te beoordelen. Bovendien is het risico op het voeren met bedorven hooi vele malen lager dan het risico op voeren met bedorven kuil. Een van de redenen om toch voor kuil te kiezen, is als je paard gevoelige luchtwegen heeft en klachten krijgt door het stof van hooi. Er zijn veel verschillende factoren die bepalen wat voor ruwvoer voor jouw paard het meest geschikt is. Een paard met overgewicht heeft bijvoorbeeld meer baat bij grofstengelig hooi. Een paard dat nog wel mag aankomen, of een ouder paard, heeft hooi met een hoge voedingswaarde nodig, bijvoorbeeld fijn, groen hooi.
De hoeveelheid ruwvoer
Kuil bevat veel meer water dan hooi. Hierdoor moet je meer van kuil voeren dan van hooi om dezelfde voedingswaarden te verkrijgen. De richtlijn voor het voeren van kuil is 2 tot 2,5 kilo kuil per 100 kg lichaamsgewicht. Weegt je paard 800 kilo? Dan betekent dat dat je 16 tot 20 kilo kuilgras geeft. Bij hooi voer je je paard ongeveer 1,5 kilo per 100 kg lichaamsgewicht. In dit voorbeeld komt dat neer op 12 kilo hooi per dag. Kuilgras geef je in plukken en hooi in plakken. Het is belangrijk dat je goed kijkt of je voldoende ruwvoer geeft. Weeg het dan ook af, voordat je het aan je paard voert. Probeer de hoeveelheid ruwvoer te verdelen in 3 tot 4 dagelijkse porties. Op die manier weet je zeker dat het dier constant voeding in de maag heeft. Koop je een grote partij ruwvoer in, laat de voedingswaarde analyseren. Op die manier weet je zeker dat het ruwvoer van voldoende kwaliteit is.
Is ruwvoer alleen voldoende?
Sommige paarden kunnen prima leven op een dieet dat alleen uit ruwvoer bestaat. Andere paarden hebben behoefte aan meer. Paarden die veel moeten werken, bijvoorbeeld als sportpaard, hebben krachtvoer nodig. Ook paarden die niet werken, kunnen baat hebben aan de vitaminen en mineralen in krachtvoer. Overigens mag krachtvoer nooit als vervanger van ruwvoer worden gebruikt. Je kunt haver, gerst, tarwe, spelt en maïs geven, maar voer dit wel met mate. Het dieet van een paard bevat van nature geen granen. Geef je hier teveel van, schiet het zijn doel voorbij en kan het dier klachten als koliek en hoefbevangenheid krijgen. Andere mogelijkheden voor krachtvoer zijn brokken en muesli.
Eerst ruwvoer of krachtvoer?
Topsporters doen het wel met koolhydraten, ze stapelen een of meerdere dagen voor een belangrijke wedstrijd. Feitelijk werkt dit met krachtvoer voor een paard ook zo. Moet er morgen gepresteerd worden, geef je vandaag wat (extra) krachtvoer. Geef wel eerst ruwvoer. Paarden hebben speeksel nodig voor de vertering van hun voedsel en het onschadelijk maken van maagzuur. Op krachtvoer hoeft minder gekauwd te worden met een lagere aanmaak van speeksel als gevolg. Als je eerst ruwvoer geeft, werkt de speekselaanmaak door voor de vertering van krachtvoer.
Aanvullingen
Paarden die hard werken verliezen meer zouten dan met voeding weer binnenkomt. Geef een paard dan ook een liksteen of zoutblok. Ook voor paarden die niet werken is dit prima. Je mag je paard best zo nu en dan verwennen met wortels, appels en suikerbieten. Wees hier voorzichtig mee als je paard aan de zware kant is. Vooral teveel aan appels geeft problemen, je paard kan hiervan diarree krijgen.