Microchip en chipnummer bij paarden

Een microchip, transponder of chip dient ter identificatie van het paard. Sinds 2009 is het bij wet verplicht gesteld dat ieder paard gechipt moet zijn. Bij vervoer, keuringen, wedstrijden en aan- of verkoop van paarden is het belangrijk dat de identiteit makkelijk achterhaald kan worden. Dit is dan ook het directe doel van de chip.

Hoe werkt chippen?

Een dierenarts zal eerst onderzoeken of het paard toch niet onverhoopt al gechipt is. Dit is bij veulens van eigen fok niet zo heel belangrijk, maar wel als je een paard koopt dat volgens de papieren niet gechipt zou zijn. Als er geen chip te vinden is, kan de dierenarts aan de slag. Hij begint met het nummer van de transponder, de chip die ingebracht wordt, te controleren. Het is belangrijk dat het nummer van de transponder gelijk is aan het nummer op de chip. Als dit namelijk niet overeenkomt, schiet chippen volledig zijn doel voorbij: een paard kan op die manier namelijk nooit geïdentificeerd worden.

Komen de gegevens op de transponder overeen met die op de bijbehorende sticker? Nu kan de dierenarts aan de slag met het inbrengen van de transponder. De plaats van de transponder is doorgaans bij ieder paard hetzelfde, aan de linkerzijde, halverwege de hals en dan een handbreedte onder de manen. In een enkel geval is er een belemmering voor die specifieke plaats, bijvoorbeeld vanwege een vetbult of een verwonding. Er zal dan uitgeweken worden naar een andere plaats, maar wel zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijk bedoelde plaats. Dit scheelt heel veel zoeken, wanneer later de chip eens gecontroleerd moet worden om de identiteit van het paard vast te stellen.

Nu de dierenarts de plaats heeft bepaald, zal deze plaats gereinigd en ontsmet worden en wordt de vacht weggeschoren. Uiteindelijk gaat de dierenarts over tot het implanteren van de transponder in de spier. Zodra de transponder op de juiste plaats zit, zal de dierenarts nog eens controleren of deze werkt en het juiste nummer wordt weergegeven.

In het verleden wilde een chip nog wel eens verschuiven in de hals, waardoor het niet meer op de plaats zat als het was ingebracht. Dit wordt ook wel de zwevende chip genoemd. Tegenwoordig hoeven we ons geen zorgen meer te maken of een chip al dan niet gaat zweven. Het omhulsel van de chip is gemaakt van kunststof en hecht zich zo goed in het spierweefsel dat het geen kant op kan. De zwevende chip is hierdoor gelukkig verleden tijd.

Aandachtspunten

De chip moet na het implanteren geregistreerd worden om geldig te zijn. Hiervoor moet een I&R, Identificatie en Registratie, aanvraagformulier worden ingevuld. Dit I&R formulier wordt door de dierenarts ingevuld en ondertekend en ook de eigenaar van het paard plaatst een handtekening voor akkoord. Na plaatsing van de chip moet dit I&R aanvraagformulier binnen zeven dagen worden opgestuurd naar de instantie die het paardenpaspoort van je paard heeft uitgegeven. Zorg er wel voor dat het aanvraagformulier tijdig binnen is bij de betreffende instantie, anders moet er een nieuwe aanvraag worden ingediend. Binnen vier weken na het indienen van het aanvraagformulier krijg je een aangevraagd of vernieuwd paardenpaspoort met de vermelding van de chip toegezonden. Het kan ook zijn dat de instantie weigert om het I&R formulier te verwerken in het paspoort. Ze zullen je ook hiervan binnen vier weken over berichten met vermelding van de reden van afwijzing.

Veulens

Is je eigen merrie drachtig? Je bent dan binnenkort trotse eigenaar van een veulen. Bij veulens zit het chippen net even iets anders dan bij volwassen paarden. Binnen zes weken tot zes maanden na de geboorte van het veulen moet er een paardenpaspoort aangevraagd worden. Binnen deze termijn hoeft het veulen dan ook nog niet gechipt te worden. Het veulen mag tot de leeftijd van zes maanden ongechipt met de moeder meereizen.

Een paard zonder chip kopen

Heb je je oog laten vallen op een bepaald paard? In dat geval doe je standaard onderzoek naar het paard om te beoordelen of het echt het paard van je dromen is. Daarnaast controleer je het papierwerk. Bekijk goed of het paard gechipt is. Als het niet gechipt is, mag je het paard niet vervoeren naar de door jou gekozen stalling. Eerst moet het paard gechipt worden, voordat je het fysiek overgedragen mag krijgen. Bij het chippen geldt hier dezelfde werkwijze als bij ieder ander paard. Na registratie van de chip en ontvangst van het (gewijzigde) paspoort kan het paard naar zijn nieuwe verblijfplaats worden vervoerd.

Met paspoort, zonder chip

Is er een paspoort van het paard aanwezig, maar is het dier niet gechipt? Stuur in dat geval het paspoort samen met het eerder genoemde R&I aanvraagformulier naar de betreffende instantie. Ook hierbij geldt dat dit binnen zeven dagen na het chippen bij de desbetreffende instantie binnen is. Het paspoort wordt gewijzigd of indien nodig vervangen door een exemplaar waarin de chip vermeld staat.

Onlosmakelijk verbonden

Chippen is verplicht, maar het bezitten van een paardenpaspoort is ook verplicht. Dit paspoort moet je altijd bij je hebben wanneer je een paard gaat vervoeren. In het paspoort staan de gegevens van de chip ook vermeld en dus zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Ontheffing van chippen

Wellicht wil jij om welke reden liever niet je paard laten chippen. Er was altijd een alternatief voor chippen beschikbaar. Het was namelijk mogelijk om een ontheffing voor de verplichting tot chippen aan te vragen. De identiteit van het paard werd bij de ontheffing gekoppeld aan een DNA-test. Aangezien DNA ook uniek is, was dit een prima methode om met vrijwel 100 procent zekerheid de identiteit van een paard vast te stellen. Deze methode was erg kostbaar en het kostte ook veel tijd om hiermee de identiteit van het paard te bepalen. Toen per 1 juli 2009 een chip voor een paardachtige verplicht werd, is de mogelijkheid tot het aanvragen van de ontheffing komen te vervallen. Paarden die de ontheffing al hadden gekregen hoeven niet alsnog te worden gechipt.