Werken aan de longe met je paard is een grote verandering ten opzichte van conventionele training van het dier. Niet alleen is het paard op een heel andere manier fysiek belast, maar ook mentaal verschilt het. Je leest hier meer over de juiste manier van longeren en vooral waar je bij het longeren op moet letten.
Wat betekent longeren eigenlijk?
Longeren is een uitstekende aanvulling op en afwisseling van de training van een paard. Jij staat in het midden van de longeercirkel en het paard loopt aan de longeerlijn in een cirkel om je heen. De training kan hetzelfde blijven als wanneer je op het paard zou zitten. Voordeel hierbij is dat de training onbelast is en jij vanaf de grond kunt observeren hoe het paard loopt. Het is ook de manier om een jong paard te beleren.
Waarom zou je voor longeren kiezen?
Het paard leert door te longeren de balans te bewaren en de spieropbouw wordt verbeterd. Met name de rugspieren worden meer belast en uitgerekt door de beweging in de bocht. Het is tevens een handig hulpmiddel om een paard toch te trainen als je weinig tijd hebt of om een andere reden niet in staat bent om op het paard te rijden. In theorie kun je de training bij longeren net zo zwaar maken als een belaste training.
Tips voor het starten met longeren
Het ligt niet in de natuur van een paard om op een gebogen lijn te lopen. Leer je paard in eerste instantie bij het longeren naar binnen te draaien zonder op de binnenschouder te vallen. Hiermee zorg je voor het activeren van de achterhand en maak je het mogelijk dat je paard onder het zwaartepunt van het lichaam kan stappen. Help je paard de onnatuurlijke beweging van het constant lopen in cirkels aan te wennen. Dit doe je door naast het paard te lopen. Wanneer dit nodig is, kun je het paard direct corrigeren door correct op de longeercirkel te buigen. Zodra dit makkelijk gaat, stuur je het paar steeds verder van je af tot je op de voor longeren normale afstand staat. Het naar de grond laten strekken van de neus en de nek is de volgende stap. Hierdoor worden de rugbogen en buikspieren gespannen. Heeft het paard dit onder de knie, kan het longeerwerk uitgebreid worden.
Wat heb je nodig om te longeren?
Naast een goede afwisseling op de gewone training is longeren ook erg populair om een paard mee te beleren. De juiste uitrusting is essentieel voor een goede longeertraining.
Ga je longeren, dan zijn er veel verschillende manieren om dit te doen. Zo kun je ervoor kiezen om gebruik te maken van hulpteugels. Hulpteugels helpen je om een paard met de juiste hoofd-halshouding te laten lopen. Hulpteugels hoef je niet per se te gebruiken. Of je hulpteugels gebruikt, ligt vooral aan je paard, jouw ervaring en waar je je paard op wil trainen. Je hebt in ieder geval een longeerlijn en een longeerzweep nodig. Desgewenst vul je de uitrusting aan met een longeerbitstukje.
De longeerzweep is om het paard aan te sporen en bij te sturen. Wil je niet steeds de longeerlijn wisselen als het paard van kant moet wisselen, is het gebruik van een longeerbitstukje een aanrader.
Ga je zonder een hulpteugel longeren?
Dan kun je een halster of hoofdstel gebruiken. Bij een halster heeft een paard geen bit in de mond en bij een hoofdstel wel. Soms is een paard met een bit in beter te sturen. Als hoofdstel is een kaptoom erg prettig voor het paard.
Hierbij wordt de druk op de mond weggehaald en verplaatst naar de neus. Kies je voor longeren met hulpteugel, dan heb je ook een longeerpad en longeersingel nodig. De hulpteugel bevestig je aan de longeersingel. De longeerpad komt onder de longeersingel en heeft dezelfde functie als een zadeldek
Wanneer is een paard klaar om te longeren?
Je paard heeft tijd nodig om uit te rijpen naar een psychisch en lichamelijk stabiel paard. Wacht dan ook met het starten met longeren tot je paard drie jaar en rustig en gehoorzaam aan de hand is. Begin pas met longeren als het paard rustig is. Een hengstige merrie is op dat moment niet geschikt om te longeren.
Paarden zijn meestal het meest ontspannen, wanneer ze net gegeten hebben. Ook dienen er niet teveel prikkels en omgevingsgeluiden te zijn, zeker niet als het een van de eerste keren is dat je het paard longeert. Ook moeten de weersomstandigheden het toelaten. Wacht bij extreme hitte, wind of regen. Het zal het paard alleen maar afleiden.
Waar kun je longeren?
Sommige paardeneigenaren hebben de ruimte een speciale longeerring aan te leggen. Vooral wanneer je regelmatig jonge of onbeleerde paarden hebt of wanneer je al weet vaak te longeren, is een speciale longeerring handig. Begin in eerste instantie rustig door nog geen longeerring uit te zetten of start in de bak. Houd er wel rekening mee dat een paard in de bak geneigd is om in plaats van in cirkels, in rechte lijnen te lopen.
Beginnen met longeren
Het is essentieel dat het paard uitgerust en ontspannen is, wanneer je begint met longeren. Een paard met stress neemt niets in zich op. Hierdoor wordt de training een bron van frustratie voor longeur en paard, en aan het einde van de training heeft het paard niets geleerd. Begin eventueel samen met iemand anders als je je paard voor het eerst longeert.
Laat het paard eerst lopen en laat het kennis maken met de zweep door deze over het hele lichaam te halen. Leer je paard ook commando’s voor halthouden en stappen. Moet je het paard aansporen met de zweep, geef dan een zachte tik achter je rug langs. Wissel vervolgens van kant. Je breidt de training steeds verder uit en laat het paard wennen om op de longeercirkel te lopen. Laat het paard in draf en galop gaan. Wanneer dit allemaal goed gaat, breid je het, bij een te beleren paard, uit met het omdoen van de longeersingel en/of zadel.