We hoeven niet uit te leggen waarom paarden fantastisch zijn. Met goede verzorging, veel liefde en goede genen zal een paard gelukkig jarenlang deel uitmaken van je leven. Je kunt echter de enorme pech hebben dat je paard ondanks alle goede verzorging een blessure, ziekte of verwonding krijgt. Een van de aandoeningen die paarden kunnen krijgen is hoefkatrolontsteking. Wat houdt zo’n ontsteking nu precies in? Hoe wordt het behandeld en kan hoefkatrolontsteking worden voorkomen?
Waar zit de hoefkatrol?
Het mechanisme aan de ondervoet van het paard wordt de hoefkatrol genoemd. De hoefkatrol bestaat onder andere uit het hoefbeen, kroonbeen, de diep liggende buigpees en de banden die het straalbeen aan de ondervoetsbeenderen verbinden.
Wat is een hoefkatrolontsteking?
Men spreekt van een hoefkatrolontsteking, wanneer er een chronische ontsteking in het gebied van de hoefkatrol aanwezig is. Deze aandoening wordt ook wel eens vergeleken met artrose, omdat er slijtage aan de buigpees over het straalbeen en het straalbeen zelf ontstaat. Door het continu schuren van die buigpees over het straalbeen ontstaat er een chronische ontsteking van de hoefkatrol. Het is een vrij ernstige aandoening die veel pijn geeft. Verwaarloos je een ontsteking aan de hoefkatrol en los je de oorzaak ervan niet op, kan de hoefkatrol uiteindelijk geheel kapotgaan. Hoefkatrolontsteking is bijzonder pijnlijk en komt voornamelijk alleen in de voorbenen voor.
Hoefkatrolontsteking bij een paard – De symptomen
Soms merk je hoefkatrolontsteking aan de kreupelheid van het paard. Het verraderlijke hieraan is dat kreupelheid niet per definitie hoeft op te treden. Als beide benen zijn aangedaan en evenveel pijn geven, zal het paard minder snel opvallend kreupel lopen. Wel zou je dan iets kunnen merken aan het feit dat het minder werkt, minder plezier eraan beleeft en liever geen druk zet op de voorbenen. De kreupelheid kan ook afwisselen: na een zware training zal de kreupelheid toenemen, die na een paar dagen rust weer geleidelijk zal wegtrekken.
Tijd voor een bezoek aan de dierenarts
Zoals eerder vermeld is een hoefkatrolontsteking zeer pijnlijk en heeft deze bij verwaarlozing een ernstig verloop. Het is van belang contact op te nemen met een dierenarts als je het vermoeden van een hoefkatrolontsteking hebt. Een dierenarts zal je bevindingen aanhoren, maar kan niet op basis van jouw uitleg en de uiterlijke kenmerken van het paard de diagnose hoefkatrolontsteking geven. De dierenarts zal daarom een standaard kreupelheidsonderzoek uitvoeren, waar kloppen op en knijpen in het straalbeen onderdeel van is. Op dit deel van het onderzoek zal een paard met een ontsteking aan de hoefkatrol gevoelig reageren. Een test met lopen op een harde ondergrond en beeldvorming met behulp van röntgen, echo, CT en MRI kunnen deel uitmaken van het onderzoek dat de dierenarts uitvoert. Naast onderzoek naar de gang van het paard op een harde ondergrond wordt er ook gekeken naar de gang op een zachte ondergrond en doet de dierenarts een buigproef. Ook wil een dierenarts nog wel eens bij een sterk vermoeden van een ontsteking aan de hoefkatrol een verdovende injectie op die plaats toedienen. Verdwijnt de kreupelheid tijdelijk dan is duidelijk een ontsteking aan de hoefkatrol de oorzaak.
Diagnose hoefkatrolontsteking: hoe verder?
Zorg dat je bij kreupelheid snel de dierenarts inlicht. Wanneer er namelijk sprake is van een ontsteking in de hoefkatrol is het zaak hier snel een behandeling voor op te starten. Hoe sneller je erbij bent, hoe groter de kans is op volledig herstel. Over het algemeen zal een behandeling bestaan uit pijnstilling en ontstekingsremmers die of oraal of via een injectie worden toegediend. Daarnaast is het juiste beslag enorm belangrijk en zal de dierenarts op basis van de klachten een voor het paard op maat gemaakt revalidatieplan opstellen.
Risicofactoren en preventie
Er zijn verschillende factoren aan te wijzen die het risico op een hoefkatrolontsteking aanzienlijk verhogen. In de eerste plaats kan er sprake zijn van domme pech. Een paard kan namelijk erfelijk belast zijn met de aanleg voor het ontwikkelen van deze enorm vervelende ontsteking. Ook kan er iets misgegaan tijdens de ontwikkeling van veulen naar jong paard en uiteindelijk tot volwassen paard. Andere factoren kunnen zijn voeding, training, hoefbeslag, de manier waarop het paard wordt gebruikt, maar ook de bouw van het paard en de hoeven evenals de vorm van de hoeven. Gebrek aan beweging kan ook de oorzaak zijn van de ontsteking. Vooral warmbloedpaarden en paarden met een leeftijd van vijf tot zeven jaar tonen meer gevoeligheid voor een dergelijke ontsteking.
Er zijn experts die beweren dat het ontstaan van een ontsteking aan de hoefkatrol ook zijn oorzaak kan vinden in de wervelkolom. Er kan een blokkade aanwezig zijn in een van de halswervels of op het punt waarin de hals overgaat in de romp. De schouderbladen kunnen minder vrij bewegen en ook de ribben worden geblokkeerd. De voorbenen worden daarmee geblokkeerd in de voorwaartse bewegingen en daarmee zal de stand van de benen afwijken van de natuurlijke stand. Doordat de bewegingen geblokkeerd dan wel beperkt zijn, zullen ze sterk gaan afwijken van de natuurlijke bewegingen. Het gevolg hiervan is dat er overbelasting plaatsvindt in de niet-geblokkeerde gewrichten, zoals in de regio van de hoefkatrol. Een ontsteking kan hierbij weer het gevolg zijn van die overbelasting. Met behulp van thermografisch onderzoek kunnen experts dergelijke problemen aan het licht brengen en gericht behandelen.
Preventie is over het algemeen vrij eenvoudig door risicofactoren als slechte voeding en weinig beweging te voorkomen. Wanneer er echter sprake van erfelijkheid is, moet er nog meer aandacht aan preventie besteed worden. Denk hierbij aan speciaal hoefbeslag en de juiste trainingsintensiteit op een dempende en egale ondergrond.
De prognose
Iedere paardenhouder zal bij de diagnose van hoefkatrolontsteking willen weten of het paard volledig zal herstellen en hoe lang dat herstel duurt. Het is echter niet op voorhand te voorspellen hoe het herstel verloopt en hoe lang dit zal duren. Alles hangt af van de ernst van de ontsteking, maar ook van het herstellend vermogen van het paard, dat mede wordt beïnvloed door de conditie en leeftijd van het paard.